Voedingstekort of een tekort aan bepaalde stoffen remt het haargroei af. Het komt geregeld voor dat mensen met haaruitval een tekort hebben aan ijzer en vitamine D2. Daarnaast is vitamine B, zink en linolzuur ook belangrijk. Het is daarom belangrijk dat uw lichaam deze stoffen genoeg binnenkrijgt. Dit kan bijvoorbeeld door het volgende te eten: bladgroenten, vis, eieren, peulvruchten, vlees, noten en zaden.

Haar groeit in drie fases. Als je in een bepaalde periode meer haar aan je borstel of in het doucheputje vindt, dan is dat geen reden om ongerust te worden. Sterker nog, dit is hartstikke normaal. Uw haar bevindt zich dan in de rustfase. Vooral tijdens seizoenswisselingen is de kans vergroot op een rustperiode.

Door Covid-19 kan Telogeen Effluvium voorkomen, ook wel diffuse haartuitval genoemd. Dit fenomeen houdt in dat het haarcyclus verstoord wordt. Hierbij komen teveel haren in de rustfase terecht waardoor je last kunt krijgen van plotselinge grootschalige haaruitval. De rustfase wordt hierbij getriggerd door lichamelijke stress, maar ook emotionele stress.

Lees hier meer over haaruitval door corona en diffuse haaruitval.

Een kankerpatiënt kan haar verliezen door bestralingen en chemokuren. Daarnaast ontstaan er soms kale plekken op het hoofd. Een bekende bijwerking van chemotherapie is haaruitval. dat komt omdat Cystostatica de haarvormende cellen kunnen beschadigen. Hierdoor wordt er minder of geen nieuw haar gemaakt. Het haar wordt dunner en breekt snel af of valt uit.

DHT is een hormoon dat zowel bij mannen als vrouwen voorkomt. Wanneer er te veel DHT wordt aangemaakt, gaat er DHT binden aan de androgeenreceptoren. Dit zorgt voor een kortere groeifase, verdunning van het haar en verschrompeling van het haarzakje. De overproductie van DHT is erfelijk en kan leiden tot haaruitval maar ook Alopecia Androgenetica.

De meeste geneesmiddelen die haaruitval veroorzaken doen dit door het haarfollikel versneld van de groeifase in de rustfase te brengen. De duur van deze overgangsfase wordt dan aanzienlijk korter. Het haar valt niet direct na de start van het geneesmiddel uit. Dit duurt meestal twee tot vier maanden.

Haaruitval kan voorkomen in de vroege zwangerschap of gedurende de prenatale periode. Dit komt omdat de hormonale balans van het lichaam verstoord is, wat kan leiden tot een reactie in de haarzakjes. Er ontstaat dan een toename van de hormonen oestrogeen en progesteron, wat ervoor kan zorgen dat het haar broos en dunner wordt.

Het is mogelijk dat je meer haarverlies ervaart door je gewichtsverlies. Deze vorm van haarverlies staat bekend als telogeen effluvium. Gelukkig is haarverlies meestal tijdelijk en zal het vaak weer terug groeien als je weer voldoende eiwitten gaat eten.

Wanneer de hypofyse geen TSH meer maakt, wordt de schildklier niet aangezet om schildklier hormoon te maken. Daardoor gaat de schildklier te traag werken. Als de hypofyse niet goed meer werkt spreken we van hypofyse uitval en dit kan leiden tot haaruitval.

Tijdens de overgang vermindert de productie van oestrogeen. De haarzakjes hebben echter oestrogeen nodig om het haar te laten groeien. Door het afnemende oestrogeengehalte hebben de haarzakjes nu minder oestrogeen tot hun beschikking. Daardoor kan het haar geleidelijk uitvallen.

Andere oorzaken voor haaruitval zijn:

• Leeftijd: ouderdom van de haarzakjes
• Veelvuldig gebruik van hair extentions
• Veelvuldig gebruik van hoofddeksels
• Herhaaldelijk te veel haarproduct in kapsel
• Bloedarmoede